Investeringsanalyse (+ methode van de kostenevaluatie)
Cursus Kostsprijsberekening door Hendrik Claessens
    De terugverdienperiode

    Ook bij deze methode stelt de ondernemer van tevoren vast wat de gewenste terugverdienperiode is. De terugverdienperiode is de tijd die het duurt voordat het geïnvesteerd vermogen terugverdiend is. Het gaat hierbij dus niet om winsten, maar om kasstromen. De kasstroom kan bepaald worden door het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven, ook kan de kasstroom worden bepaald door bij de winst na belasting de jaarlijkse afschrijving op te tellen (voor afschrijvingen is geen uitstroom van geld nodig). De uiteindelijke terugverdienperiode wordt berekend door de totale investering te delen door de jaarlijkse kasstroom

    Net Present Value

    In dit gedeelte van de cursus gaan we trachten een antwoord te formuleren op de vraag of een investering echt de moeite loont. We wegen de investering af ten opzichte van de inkomsten die door deze investering gaan gegenereerd worden.

    We gaan m.a.w. het heden afwegen t.o.v. de toekomst.

    Toch nog even over het begrip "tijdshorizon"

    1. Meestal wordt de volgende definitie hieraan gekoppeld: de tijdsduur dat de machine (bij uitbreiding de investering) relevante bijdrage zal leveren aan het productieproces. Hierbij is de term "relevant" belangrijk.
    2. De tijdshorizon is het aantal jaren waarover nog een relevante uitspraak kan gedaan worden.
      Je kan, als bedrijf, hoogst waarschijnlijk de omzet correct bepalen van volgend jaar. Misschien ook dat nog van het jaar nadien. Met wat meer giswerk het derde jaar. En dan wordt het moeilijker en moeilijker. In deze snel evoluerende informaticamarkt wordt dus een tijdshorizon gehanteerd van drie jaar, vier tot vijf jaar maximaal.

      Je merkt dus dat dit voor iedere bedrijfstak wat verschillend is. Een indicatie is het aantal jaren afschrijving dat door de administratie van financiën wordt gehanteerd.

    Wat is dat nu "afschrijvingen"?
    De redenering die de fiscus aanhoudt is er een van: je maakt gedurende een aantal jaren gebruik van een bedrijfsinvestering, dus moet je dat aankoopbedrag dan ook spreiden over die aantal jaren dat je het gebruikt.
    Dus je koopt computers voor het bedrijf ter waarde van 60.000 euro, dan mag je dit bedrag niet onmiddellijk in je kosten brengen maar dien je dit bedrag te spreiden over minstens drie jaren.
    Dus elk jaar (driemaal) breng je 20.000 euro in kosten.

    (We zouden in België niet zijn indien er hier geen uitzonderingen op zouden bestaan, maar het bovenstaande is de algemene regel).

    Welke interestvoet dien je te gebruiken?
    Je zou natuurlijk de huidige tarieven kunnen nemen. Evenwel is het beter er een te nemen die hoger is. Hoe bereken je die. Wel eenvoudig. Dit tarief beantwoordt aan de I = ( i + R ).

    • i is het rentetarief dat de bank toepast op het ogenblik van de investering
    • R is de risicofactor. Deze beantwoordt de vraag hoeveel percent de investeerde wil als return. Dit bepaalt zijn keuze of hij zijn geld naar de bank zal brengen of het risico wil lopen deze investering aan te gaan.
    Deze factor R is nogal verschillend van sector tot sector, en zal uiteraard hoger liggen in de informaticasector dan in de bouwsector.
    Hou steeds voor ogen dat indien een externe investeerder in jou zaak (of machine) zou willen investeren het dan de moeite loont. Indien hij vindt dat de investeringsanalyse op basis van zijn eisen niet gunstig is, moet je twee keer nadenken om dat zelf te doen.
    Je bent tenslotte investeerder in je eigen zaak. Er is dus geen verschil tussen het gedrag van een externe finacierder en jezelf (of de firma waarvoor je werkt).
    Bij problemen om het cijfer voor i en R te bepalen kan je bank een waardevolle adviseur zijn.



    In dit deel van de cursus noemen wij i+R de rendementseis

    De oefening heeft de volgende gegevens:

    • Investering 900.000,-
    • Belastingsvoet 50%
    • Afschrijving 3 jaar
    • Interest 10%: (=i+R)
    • de inkomsten van jaar 1: 450.000,-
    • de inkomsten van jaar 2: 620.000,-
    • de inkomsten van jaar 3: 400.000,-
    • de uitgaven (in verband met de investering) van jaar 1: 30.000,-
    • de uitgaven (in verband met de investering) van jaar 2: 60.000,-
    • de uitgaven (in verband met de investering) van jaar 3: 40.000,-


    Indien je enkel rekening houdt met de cijfers van inkomsten en uitgaven is dit blijkbaar een gunstige investering!
    1.470.000,- inkomsten min 130.000,- kosten tegen 900.000,- investering

    Dit is evenwel buiten de realiteit gerekend

    De tabel van investeringsanalyse ziet er als volgt uit

      jaar 0 jaar 1 jaar 2 jaar 3
    inkomsten   450000 620000 400000
    uitgaven <900000><30000> <60000> <40000>
    afschrijvingen  <300000> <300000> <300000>
    winst voor
    belasting
     12000026000060000
    belasting  <60000><130000><30000>
    CF <900000>360000430000330000
    actuele waarde
    jaar 1
    327000      
    actuele waarde
    jaar 2
    355000      
    actuele waarde
    jaar 3
    248000      
    winstverwachting 30000